Een fuik is een vistuig bestaande uit een om hoepels of raamwerken gespannen netwerk, voorzien van één of meer inkelingen. De fuik wordt met stokken of ankers op de zeebodem verankerd en in positie gehouden. Aan de voorzijde kan de fuik worden voorzien van vleugels (schutwant) waarlangs vis de fuik in wordt geleid. Naar achteren toe wordt de fuik smaller en door de inkelingen kunnen vissen en krabben niet meer terug.
In de Waddenzee moet de inzwemopening van de fuik zijn dichtgemaakt met het keerwant, dit is een stuk netwerk met een grote maaswijdte zodat er nog wel aal en wolhandkrab in de fuik komt, maar vogels en zeehonden worden tegengehouden. Het keerwant houdt ook grote vissen en de grootste sortering wolhandkrab tegen. De achterzijde van de fuik kan worden voorzien van een 'ontsnappingsruifje'. Dit is een stuk netwerk met grotere mazen dan de fuik zelf, maar kleinere mazen dan het keerwant. Door het ontsnappingsruifje kunnen paling en kleine wolhandkrabben ontsnappen. Tijdens het aalvisverbod in het najaar is een ontsnappingsruifje verplicht.
Door het gebruikte netwerk van de fuik, het keerwant en het ontsnappingsruifje, én door de positionering van de fuik kan selectief worden gevist. De fuikenvisser leegt de fuik regelmatig.